Deel van kasteel Lobos

De Loboshoeve heeft tot voor kort steeds integraal deel uitgemaakt van het kasteeldomein 'het Lobos' als zgn. neerhof, naast het opperhof, zijnde het kasteel zelf.

Hoeve Lobos eind jaren '60. Op de foto Irma François, echtgenote van Karel Vandewouwde. - Foto G. Das.

Kasteelhoeve

Het is steeds een typisch Kempische langegestrekte kasteelhoeve geweest (woonhuis, stal-dwarsschuur). Ten tijde van het geslacht Vilters (tweede familie die na van de Boogaerde en voor de Geloes eigenaar was van het domein) was de hoeve meer dan waarschijnlijk volledig in leem opgetrokken onder een strooien dak.

Later maar zeker na de nieuwbouw in het begin van de 19e eeuw werd het vervangen door een vakwerkstructuur met bakstenen vulling die tot op de dag van vandaag nog steeds in de achtergevel zichtbaar is. Het strooien dak werd in de loop der tijd vervangen door leien. In de 19e eeuw werden nog enkele dienstvleugels bijgebouwd, maar die zijn inmiddels verdwenen.

Tot de recente renovatie door de huidige eigenaars had het geheel nog grotendeels het 19e eeuwse uitzicht.

Foto: Westgevel met vakwerk (kant kasteel)

Jenever

De Loboshoeve is steeds een gemengd landbouwbedrijf geweest, maar voornamelijk toch gericht op de veeteelt. Tot in de eerste helft van de 19e eeuw was dit vooral de schapenteelt in het uitgestrekte heidegebied van Hees, daarna werd meer en meer overgeschakeld op melkveeteelt in de weilanden van de Zwarte Beekvallei. Enkele pachters van de wat afgelegen Loboshoeve stookten ook jenever al dan niet clandestien.

Aparte toegang

In de tijd dat het kasteel nog in volle glorie was, werd het de pachter-boer verboden dezelfde toegangsweg als die van de kasteelheer te gebruiken. Daarom loopt nog steeds parallel met de gekasseide kasteeldreef tot de hoeve (vertrekt van zuid-oost hoek van het erf richting spoorweg). Deze dreef loopt nu dood tegen de later aangelegde spoorweg en geeft nog deels toegang tot de velden rondom.

Pachter

Over de bewoners van de kasteelhoeve tijdens het Ancien Régime (eind middeleeuwen tot Franse revolutie) is tot nu toe niet veel geweten, er zijn geen namen met zekerheid bekend.

De eerste met zekerheid gekende bewoners van de Loboshoeve zijn Jozef Vaes en Maria Kimps. Hij pachtte de hoeve vanaf 1794/1795 met de erbij horende weiden, bos- en landbouwgrond, samen ca. 40 ha groot. Verder mocht de pachter ook turf steken voor zijn gebruik op voorwaarde dat hij de gaten nadien weer opvulde.

Vanaf 1806 is er ook melding van vee op de hoeve. Deze familie pachtte de hoeve tot 1836.

De laatste pachter was Karel Vandewoude, in de volksmond te Zelem 'het boerke' genoemd. Karel stierf in 1993. Zijn vrouw, Irma François, overleed veel later in 2007.

Huidige bewoners

De familie Squilbeck, de huidige eigenaar van kasteel Lobos verkocht de hoeve aan Romain Vanwezemael en Rosette Vandewoude, dochter van Karel en laatste pachter op het hof zodat haar ouders tijdens hun oude dag nog op de hoeve zouden kunnen blijven wonen. Na de plotse dood van Romain werd de hoeve in 2008 verkocht aan de huidige eigenaars. Ze hebben de oude hoeve intussen grondig en met moderne materialen gerenoveerd en aangepast aan de noden van de tijd zonder veel verlies aan authenticiteit en hebben er sinds 2011 hun vaste woonplaats van gemaakt.

Na meer dan 700 jaar geschiedenis staat het oude Lobos er nog steeds in zijn volle glorie. Het blijft één van de meest idyllische hoekjes in het overigens rijk hiermee begiftigde dorpje Zelem.

Bron: E. Das in 'Limburg-Het Oude Land van Loon', 2015, nr. 2 - poging tot reconstructie van de bezitsgeschiedenis van kasteeldomein het Lobos in Zelem.