Toen op 6 juni 1944 de geallieerde strijdmachten in Normandië voet aan wal gezet hadden was Zelem nog een bezet gebied. Men leefde hier tussen angst en hoop. De gruwel van de oorlog kon nog ieder moment toe slaan, maar nu de geallieerde legers al op Franse bodem waren kon de bevrijding niet lang meer uitblijven.

Gedenkplaat Villa Claes ter herinnering aan de gesneuvelden tijdens het drama van 29 juni 1944.

Woensdag 28 juni 1944, een zomerse dag, gevolgd door een zwoele zomerse nacht. Heel vroeg, omstreeks 3u30 in de morgen werden de Zelemse inwoners in hun slaap opgeschrikt door een hels vuurgevecht. Het kwam duidelijk vanuit de bossen op de Sint-Jansberg. Wanneer bij dageraad de angstige bevolking zich buiten hun woning durfden te wagen, zagen zij de brandhaard van de villa Claes.

Wat was daar gebeurt en wat was de oorzaak van dat oorlogsdrama dat er zich afspeelde, een overzicht van de feiten:

Door verraad viel te Meeswijk Gerard Venken, eerst adjudant van het Geheim leger, in handen van de Duitse Sicherheidsdienst. Na een brutale ondervraging maakte hij de schuilplaats van het Hoofkwartier Geheim Leger Limburg te Zelem bekend.

Op donderdag 29 juni 1944, omstreeks 3u30 overvallen dan een groep Duitse Wehrmachtsoldaten samen met agenten van de Sicherheitsdienst (S.D.) Hasselt het Limburgse hoofdkwartier van het Geheim Leger te Zelem, nabij Diest. Overlevende ooggetuigen schatten het aantal Duitse soldaten op meer dan veertig. Het naoorlogs proces tegen de leden van de Sicherheitsdienst Hasselt brengt aan het licht dat tal van Vlaamse S.D.’ers deel namen aan de misdaden te Zelem. De “Vlaamse” Nazi, Emiel Van Thielen, met als deknaam Max Günther, coördineerde het optreden.

De staf van het Geheim Leger had sinds enkele maanden zijn hoofdkwartier ondergebracht in een villa op de Sint-Jansberg te Zelem. Deze afgelegen villa, uitkijkend over het Halens broek, was omringd door bossen. De jachtopzichter Emiel Jozef Cauberghs (°23/04/1910) fungeert er als conciërge. Jef Cauberghs verblijft samen met zijn echtgenote Irma Franssen en hun 14 maanden oud zoontje in de conciërgewoning, boven het keukengebouw. Ook zijn schoonzus Rita Abbeels, die meehelpt om de staf van het Geheim Leger van het nodige levensonderhoud te voorzien, verblijft in de conciërgewoning. Tony Lambrechts en zijn tweede adjunct, Guillaume Claes, slapen die nacht, boven de garage die op enkele tientallen meters afstand van de villa gelegen is. In de villa zelf, verblijven de twee broers van Tony Lambrechts, Edmond en Louis samen met vader Theofiel Lambrechts. Deze twee broers zijn op 3 mei 1944 kunnen ontsnappen aan hun aanhouding in het ouderlijke huis te Wijer. Op die derde mei worden vader Theofiel Lambrechts en zijn dochter Gusta aangehouden in Wijer. Op 10 juni 1944 worden ze bevrijd uit de Hasseltse gevangenis door een commando van het G.L., bij deze actie komen 5 leden van het commando om het leven, waaronder René Lambrechts, zoon van Theofiel, Georges Vanisterdael uit Herk-de-Stad, Jean Melot uit Namen, Gaby Dupain uit Heks en Charlie D’ Hose uit Nederbraekel. Vader Lambrechts en dochter Gusta werden naar het hoofdkwartier van het G.L. te Zelem gebracht. Zij slapen in de villa zelf. Ook de stafleden Edouard Visschers en Jef Vandebriel vertoeven in de villa. De verbindingsagent Edouard Marique is daags voordien, op woensdag, in de villa toegekomen met richtlijnen van de nationale bevelhebber Luitenant-Generaal Jules Pire voor de provinciale bevelhebber, Tony Lambrechts.

Gedenkteken voor de familie Lambrechts te Wijer

Gedenkplaten voor de overleden familieleden

Edouard Marique, steeds bereid om een dienst te bewijzen, wil ook zijn deel van de nachtwacht doen. Omstreeks 3u30 verzekert hij de wacht buiten de villa. Hij heeft zopas zijn ronde gemaakt op het domein en niets verdacht opgemerkt. Hij rust even uit tegen een boom in de buurt van de garage. Overmand door vermoeidheid dommelt hij in slaap. Plots schiet hij wakker en ziet enkele schimmen voorbij sluipen. Het zijn Duitse soldaten die de villa omsingelen. Edouard Marique spurt naar de garage en alarmeert Tony Lambrechts en zijn adjunct Guillaume Claes. Buitengekomen vuren Tony Lambrechts en Guillaume Claes hun wapens leeg. Een stroom van kogels, gelukkig te hoog gemikt, is het antwoord. De twee weerstanders worden slechts licht gewond. Door hun munitie heen, is er voor hen nog één uitweg : langs de garage, door de struiken de berg af, en dan een korenveld in. Tony Lambrechts, Guillaume Claes en Edouard Marique kunnen zo ontkomen.

De villa is ondertussen volledig omsingeld door de Duitse soldaten. Langs alle kanten wordt de villa beschoten met mitrailleurs en machinegeweren. Granaten en brandbommen worden door de vensters naar binnen gegooid. Jachtopziener Jef Caubergs brengt de vrouwen en zijn zoontje naar de kelder in veiligheid. De aanwezige mannen, met uitzondering van Louis, broeder Cesidius, die als broeder van Liefde geen wapens draagt, verdedigen zich. Vader Theofiel Lambrechts wordt als eerste neergeschoten, hij sterft in de villa. Ook de weerstanders Jef Vandebriel en Edouard Visschers worden getroffen. Door de vuurgloed worden de bewoners van de villa naar buiten gedreven en onmiddellijk in de boeien geslagen. De S.D.’er Max Günther roept het Feldkriegsgericht van de Feldkommandantur 682 Hasselt samen in Zelem. Vanuit de Hasseltse gevangenis heeft Max Günther de gemartelde Gerard Venken meegebracht. Gerard Venken, de eerste adjunct van Tony Lambrechts, was vier dagen geleden zoals eerder vermeld opgepakt door de Nazi’s. De S.D.’ers hebben de weerstander dusdanig toegetakeld dat Gusta Lambrechts hem nauwelijks herkent bij de confrontatie die Max Günther organiseert in Zelem.

Louis Lambrechts, Edmond Lambrechts, Edouard Visschers, Jef Vandenbriel en Gerard Venken worden door het Feldkriegsgericht van het FK 682 Hasselt ter dood veroordeeld wegens “Freischärlerei”.

Het doodvonnis tegen Edouard Visschers, Gerard Venken en Jef Vandebriel wordt onmiddellijk, ter plaatse in Zelem uitgevoerd. De drie weerstanders worden nadien door de bezetter in Hechtel begraven.

De broers Louis en Edmond Lambrechts, die ook ter dood veroordeeld zijn, worden echter niet onmiddellijk terechtgesteld. De S.D. neemt de beide broers mee naar Hasselt. De S.D. hoopt dat de broers Lambrechts hen op het spoor kunnen zetten naar de bevelhebber Tony Lambrechts. Wanneer de S.D. inziet dat die hoop ijdel is, wordt het doodvonnis, dat daags voordien in Zelem door het Feldkriegsgericht werd uitgesproken, uitgevoerd op vrijdag 30 juni 1944. Als men weet hoe de S.D. te keer ging tegen Gerard Venken, kunnen wij alleen maar vermoeden wat de beide broers hun laatste vierentwintig uren hebben meegemaakt. Zij worden gefusilleerd te Hasselt of te Hechtel en begraven te Hechtel.

De Nazi’s laten het half verkoolde lichaam van vader Theofiel Lambrechts achter in Zelem, op het ogenblik dat de villa verder afbrandt.

De conciërge en jachtopziener Jef Cauberghs ontsnapt aan de doodstraf. Gerard Venken kan met een op voorhand afgesproken verhaal het Feldkriegsgericht misleiden inzake de schuld van Jef Cauberghs. Gerard Venken verklaart dat de familie Cauberghs door de weerstanders gewapenderhand verplicht werden hen te huisvesten. Cauberghs wordt “enkel” veroordeeld tot een dwangarbeid. Via het S.D.- bureel te Hasselt, de gevangenis van Hasselt, Leopoldsburg, Breendonk, St.-Gillis-Brussel komt hij terecht in Duitsland. Hij verblijft daarna in de concentratiekampen van Buchenwald, Blankenburg, Maagdenburg en Lubeck. Hij overleeft zijn gevangenschap en op 12 juli 1945 kan hij echt over zijn vrijheid beschikken.

Infobord gemaakt en geschonken door Heemkring Sint-Jansdal Zelem om deze gruwelijke gebeurtenissen nooit te vergeten...

Augusta Lambrechts, Irma Fransen, haar 14 maanden oud zoontje en schoonzuster Rita Abbeels worden naar de hoofdkwartier van de S.D. op de Havermarkt te Hasselt gebracht en nadien naar de Hasseltse gevangenis. Het 14 maanden oud zoontje van het echtpaar Cauberghs-Franssen wordt de moeder ontnomen op het bureel van de S.D. te Hasselt. Het kindje wordt naar het Rode Kruis gebracht en nadien opgehaald door de ouders van Irma Franssen.

De vrouwen Augusta Lambrechts, Rita Abbeels en Irma Franssen worden naar Ravensbrück en vervolgens naar Belzig gebracht. Irma Franssen en Rita Abbeels keren terug naar België op 8 mei 1945. Augusta Lambrechts, zeer uitgeput, komt pas op 18 juni 1945 terug in Wijer aan.

Bestuursleden nsb en heemkring tesamen met de burgemeester en de huidige bewoners van de villa, tijdens de 75-jarige herdenking van de inval.

Zelem was ondertussen bevrijd op 7 september 1944 en de hoop herleefde, de villa werd wederopgebouwd zoals u ziet, zij het niet in zijn oorspronkelijke staat, enkel de voorgevel vertoond gelijkenis. Met de huidige vredige aanblik is het haast niet voor te stellen dat zich hier zo’n gruwelijk oorlogsdrama heeft voltrokken.

Als nagedachtenis werd op 29 juni 1945 door de dankbare bevolking van Zelem in de Kolenbergstraat, bij de ingang naar het Sint-Jansbergklooster, een O.-L.-Vrouwkapel opgericht met in het voetstuk een bronzen plaat met de namen van gevallen helden.

Zo is Zelem een naam die voor altijd verbonden blijft met de geschiedenis van het Geheim Leger Limburg tijdens WO II.